Johannes Vermeer, Zittende klavecimbelspeelster, ca. 1670-1675
Dit late schilderij van Johannes Vermeer is binnen zijn oeuvre vrij rechttoe rechtaan, zonder veel subtiele verwijzingen of verfijnde schilderkunst. Zittende virginaalspeelster is waarschijnlijk geïnspireerd door een werk van de Leidse schilder Gerard Dou (1613-1675), waarin dezelfde motieven terugkomen: een vergelijkbare pose en zelfs gelaatsuitdrukking van een vrouw aan een virginaal, eenzelfde teruggetrokken gordijn en ook een viola da gamba op de voorgrond.
Op de achterwand is De koppelaarster van Dirck van Baburen (1595-1624) afgebeeld. Vermeers schoonmoeder Maria Thins had dit schilderij enige tijd in eigendom. Ook in Het concert heeft Vermeer dit schilderij verwerkt. De vleselijke lust in De koppelaarster contrasteert met de viola da gamba, in de zeventiende eeuw symbool staand voor de harmonieuze liefde. Wellicht geeft Vermeer een aanwijzing voor zijn persoonlijke voorkeur door het zonlicht op het muziekinstrument te laten schijnen.
Het landschap op de virginaal is een werk van Vermeers’ stadgenoot Pieter Jansz. van Asch (1603-1678). Hetzelfde stuk komt ook terug in De gitaarspeelster.
Men heeft wel gesuggereerd dat dit werk en Staande virginaalspeelster pendanten zijn, vanwege de nagenoeg gelijke omvang en datering en de gerelateerde onderwerpen, maar dit is onzeker. Vermeer borduurde wel vaker voort op dezelfde thema’s. De twee schilderijen zijn in ieder geval niet aan dezelfde opdrachtgever verkocht.