Johannes Vermeer, Het concert, ca. 1663-1666
Evenals De muziekles, die Vermeer een jaar eerder schilderde, geeft Het concert een voorstelling van een muziekuitvoering in huiselijke kring. Daar houdt de vergelijking op. De muziekles heeft een hoekige, abstracte compositie en houdt de kijker met schaduw en repoussoirs op afstand. Het concert komt dichterbij en baadt in het licht. Zo wordt de toeschouwer verleid om langs het Perzisch tapijt op de tafel en de basviool op de grond heen te kijken en de intimiteit van het trio musici te benaderen. Hij is echter geen deel van het gezelschap.
De luitspeler is slechts op de rug te zien en laat zich niet kennen. Ook de zangeres en de dame aan het klavecimbel concentreren zich op hun spel. De blauwe jurk is na jaren in direct zonlicht ernstig verkleurd maar was oorspronkelijk zo helder als het wit van de kraag en het rood van de stoel ernaast. Vermeer maakte waarschijnlijk gebruik van poppen als model. De kostbare instrumenten werden vermoedelijk voor de gelegenheid geleend van een gefortuneerde kunstminnaar. Aan de muur hangen een ruig pastoraal landschap en De koppelaarster van Dirck van Baburen, die Vermeers familie enige tijd in bezit had en die hij in zijn schilderij Zittende virginaalspeelster omstreeks 1670 nogmaals citeert. De marmeren vloer kan zonder voorbeeld zijn ontsproten aan de verbeelding van de schilder.