Vermeer toonde zijn vrouwelijke modellen doorgaans met ingehouden emoties, maar dit meisje met haar vrolijke pijpenkrullen zoekt ongedwongen, haast flirterig, het contact met een onzichtbare persoon rechts van haar. De schilder versterkt de sfeer van spontaan musiceren door de snaren van de gitaren licht te laten vibreren.
Opvallend is dat het licht van de rechterzijde binnenvalt. De conventie was om het licht van links te laten komen, wellicht om te voorkomen dat de schaduw van de schilder zijn object verstoorde.
Het geel satijnen jasje met de afzetting van bont komt in nog vijf andere werken van Vermeer terug. Het landschap op de muur boven het meisje is een werk van Vermeers’ stadgenoot Pieter Jansz. van Asch (1603-1678). Hetzelfde werk is ook afgebeeld in Zittende virginaalspeelster.