Vincent van Gogh, Sterrennacht boven de Rhone, 1888
Van Gogh schilderde Sterrennacht boven de Rhone kort na een avondwandeling waarin hij volgens zijn eigen correspondentie een soort van mystieke samenhang ervoer van water, gras en lucht. In zijn weergave laat hij deze drie elementen dan ook samenvloeien tot een dynamisch geheel.
Van Gogh schepte duidelijk genoegen in het maken van Sterrennacht boven de Rhône, getuige de uitvoerige aandacht die hij aan het werk besteedde in zijn correspondentie. Het werk straalt dan ook een zekere vreugde uit, die onderstreept wordt door het paartje beneden, die het romantische gevoel van de sterrennacht met de schilder mee lijken te beleven.
In brieven aan zijn vriend Eugène Boch en aan zijn broer Theo legt Van Gogh de nadruk op de kleurcompositie zoals hij die voor ogen had en die hij baseerde op kleurtheorieën van Eugène Delacroix[3]: “De sterrenhemel is geschilderd bij avond, onder het licht van gaslantaarns. De lucht is groen-blauw, het water diepblauw, de grond lichtpaars. Ook de stad is blauw en paars. Het gaslicht is geel en de weerspiegelingen roodgoud tot groenbrons. Op de groenblauwe uitspanning van de hemel schijnt de grote beer in groen en roze, waarvan de discrete bleekheid contrasteert met de harde goudkleur van het gaslicht”.