Pierre-Auguste, Diana, 1867
We zien Diana, de godin van de jacht, terwijl ze uitrust na het schieten van een hert. De godin is naakt, zoals dat eeuwenlang heel gewoon was in de schilderkunst. Naakten mochten immers naar de maatstaven van de academie worden geschilderd. Zo lang het maar voorstellingen betrof uit de mythologie of uit de Bijbel. Bijvoorbeeld Eva van het scheppingsverhaal over Adam en Eva. Maar in de jaren zestig van de negentiende eeuw veranderde er iets in deze traditie. Onder invloed van de kunststroming van het realisme begonnen kunstenaars naakten te schilderen die niet langer werden geïdealiseerd. In stijl met de gedachte achter het realisme, wilden ze de wereld weergeven zoals die zich werkelijk voordoet. De afgebeelde naakten correspondeerden niet langer met die van marmeren beelden van naakten uit de klassieke oudheid. Beelden van godinnen en nimfen met ideale proporties. De afgebeelde vrouwen oogden opeens levensecht. Het waren voor het eerst gewone naakte vrouwen. Zo ook in dit schilderij van Renoir, waarvoor zijn vriendin en vaste model Lise Tréhot (1848-1922) had geposeerd. In een poging haar naaktheid te verhullen had de kunstenaar haar een boog in de hand gegeven, het vaste attribuut van de antieke godin van de jacht. Voor de zekerheid had hij ook een dood dier aan de voeten gelegd. Een stroompje bloed komt uit de mond van het dier om het realistische karakter van de voorstelling te verhogen.