Gustav Klimt, Adam en Eva, 1917
Adam en Eva was Klimt’s eerste bijbelse schilderij. Het was zeker de enige die de mensheid in een staat van gratie presenteerde, want het toneel lijkt te zijn ingesteld vóór de val, misschien op het moment van Eva’s schepping. Als de enige echt kuise vrouw, is Eva een heldin die heel anders is dan Judith. Tijdgenoten van Klimt merkten op dat zijn ideale vrouw in het algemeen aanzienlijk afweek van de Weense notie van schoonheid: ze was slank in plaats van buxom, roodharige of brunette in plaats van blondine. Dit “Oude Testament-type” (zoals Klimt’s typische heldin eufemistisch werd genoemd) had een uitstraling van exotisme die zowel aantrekkelijk als opzettelijk beangstigend was. Een zwaard dat beide kanten op sneed, zijn opvatting van het vrouwelijke geslacht verwierf latente antisemitische angsten en verheerlijkte tegelijkertijd het onderwerp van die angsten. Het is niet verwonderlijk dat Klimt om deze reden (en omdat veel van zijn opdrachtgevers joods waren) werd onderworpen aan antisemitische aanvallen. Hoe het ook zij, het is merkwaardig op te merken dat toen hij zijn model koos voor de moeder van het menselijk ras, hij een blond, “puurbloed Arisch” type koos – een van de weinige die in zijn schilderijen verscheen.