Leunend op een met stof beklede tafel en met haar hoofd in haar hand, kijkt deze jonge vrouw naar buiten met een raadselachtige uitdrukking. Sinds de Renaissance gebruiken kunstenaars deze pose om melancholie uit te beelden. De pose, gecombineerd met haar angstaanjagend onleesbare gezicht, geeft een menselijke ontroering en psychologische spanning aan de figuur. Door gewaagde, individuele kleurstreken naast elkaar te plaatsen, bouwde Paul Cézanne de krachtige fysieke aanwezigheid van de vrouw en de ruimte die ze inneemt op.
Zoals een twintigste-eeuwse schilder en bewonderaar van Cézanne opmerkte, hebben zijn latere werken, zoals Young Italian Woman, “een enorm gevoel voor volume, ademend, pulserend, uitdijend, samentrekkend door zijn gebruik van kleuren.” Hoewel de vorm van de vrouw overtuigend is, kan de ruimte achter en om haar tegenstrijdig en zelfs verwarrend overkomen. Hoe ver weg is de muur? Ligt het tafelblad plat onder de stof? Zit of staat ze? Deze vragen geven spanning en beweging aan een verder stabiele compositie.
Van de jaren 1890 tot het einde van zijn leven schilderde Cézanne een aantal van deze grootse figuurstudies, waarbij hij voor zijn modellen meestal vertrouwde op lokale arbeiders of bewoners.
Bron: The J. Paul Getty Museum