Twee wandelende vrouwen langs de kust geschilderd in de zomer van 1909 op het strand van Valencia, is dit werk ongetwijfeld een van de meest representatieve werken van de schilder. Het water en zand aan de kust, opgelost in lange streken van blauw, paars en turkoois, vormen een abstract decor voor de verfijnde figuren van zijn vrouw en dochter María. De suggestie van de bries in de golving van de jurken versterkt de indruk van tijdelijke vergankelijkheid in de opname, waaraan ook het gebruik van een bij uitstek fotografische omlijsting die de hoed van Clotilde doorsnijdt en een lege strook zand op de bodem achterlaat, bijdraagt.