Paul Gauguin, Het heerlijke mysterie, 1894
Dit jaar, om precies te zijn op 4 juni 2019, 171 jaar geleden werd Paul Gauguin geboren in Parijs. Hij wordt als één van de grootste schilders van de 19e en 20ste eeuw gezien. Maar achter zijn meesterwerken, die nu honderden miljoenen euro’s per stuk waard zijn, schuilt een dramatisch levensverhaal. Het verhaal van een wereldreiziger die zijn hele leven op zoek is geweest naar vrijheid, erkenning en herkenning. De Fransman Gauguin woonde in zijn vroege kindertijd in Peru. Zijn vader was journalist en had een aantal kritische artikelen geschreven die niet werden gewaardeerd. Onderweg naar Lima overleed Gauguins vader aan een hartaanval. Ondanks dat wordt de kleine jongen in zijn jeugd betoverd en geïnspireerd door de kleuren, de symbolen en de weelde. Maar ook zijn karakter werd beïnvloed door zijn tijd daar. Moeder Aline keert met Paul en zijn zus terug naar Parijs als Paul zeven jaar is. Paul voelt zich daar een buitenstaander en moeder Aline kan haar hoofd met moeite boven water houden. De rijke beurshandelaar en kunstverzamelaar Gustave Arosa werpt zich op als beschermheer, en na haar dood, als voogd van haar kinderen. Hij zorgt ervoor dat Gauguin aan het werk komt als -succesvolle- beurshandelaar en dat hij kennismaakt met impressionistische kunst en met kunstenaars als Pissarro en Cezanne. Ondertussen trouwt Gauguin met de Deense Mette, met wie hij vijf kinderen krijgt en het geluk lijkt hem toe te lachen. Maar schilderen wordt steeds meer een obsessie voor hem.
Gauguin werkt steeds minder aan de beurs en geniet van het schilderen. Van zijn slapende dochter Aline maakt hij het schilderij The Little One is Dreaming. Het is een bijzonder werk omdat hij haar droom erbij schildert. Het wordt zijn eerste echte ‘Gauguin’. Hij is de eerste schilder die dromen en gedachtes zichtbaar maakte op zijn schilderijen. Maar zo rooskleurig als zijn werken eruit zien, is de situatie niet – een typisch Gauguiniaans verschijnsel. Mette is niet blij met de uit de hand gelopen hobby van haar man. Na de beurscrash van 1882 zegt hij zelfs zijn werk op. Al snel volgen de financiële problemen. Mette vertrekt met hun vijf kinderen naar haar geboorteland Denemarken. Gauguin reist haar achterna, maar heeft daar geen succes. In juni 1885 keert hij met alleen zijn zoon Clovis terug naar Parijs. Clovis stalt hij in een internaat en de zomer van 1886 brengt Gauguin met geleend geld door in de kunstenaarskolonie Pont-Aven. Hij geniet van het primitieve leven en het schilderen en ontmoet onder andere zijn schildervriend Laval, met wie hij later naar Panama en Martinique zal gaan.