Paul Gauguin, Bretons dorp in de sneeuw, 1903
Regelmatig reisde Gauguin heen en weer tussen Parijs en Pont-Aven. Ter afwisseling zocht hij in het najaar van 1888 Vincent van Gogh op in Arles. Maar de twee lagen elkaar allerminst en kregen slaande ruzie. In juni 1889 meldde Gauguin zich weer in Pont-Aven, dit keer in gezelschap van een andere Nederlandse schilder, Jacob Meyer de Haan, en hij betaalde Gauguins verblijf. Omdat Pont-Aven overspoeld was door kunstenaars, week het tweetal in gezelschap van Sérusier uit naar Le Pouldu, een kustplaatsje in oostelijke richting, waar Marie Henry, vanwege haar vrolijke en knappe uiterlijk Marie Poupée genoemd, een herberg dreef: Buvette de la Plage. Die herberg aan de Rue des Grands Sables is recentelijk nagenoeg op dezelfde plek herbouwd en te bezichtigen. Gauguin sliep in de achterkamer, Sérusier aan de straatkant. De grootste kamer – mét inhoud, zijnde madame Henry zelve – was voor Meyer de Haan. Hij verwekte een kind bij haar en liet haar na zijn onverwachte dood in 1895, 37 jaar jong, zijn schilderijen na.
Het was een productieve tijd voor Gauguin en de zijnen, die de herberg vol hingen met schilderijen en ook hun talenten en penselen uitleefden op het servies en de vazen. Pronkstuk was Meyer de Haans Portret van Marie Henry die haar kind de borst geeft. Gauguin was zo verrukt van het schilderstuk dat hij het in de eetzaal een ereplaats toekende. In de herfst van 1890 verliet Gauguin Bretagne. Nog één keer vertoonde hij zich in Pont-Aven en Le Pouldu, tussen mei en november 1894, alvorens definitief af te reizen naar de Stille Oceaan, waar hij in 1903 overleed. Op zijn ezel stond bij zijn dood nog een doek: Bretons dorp in de sneeuw. Dit is dan ook het laatste werk wat Gauguin zou hebben gemaakt.