De abstracte taal van Piet Mondriaan maakte gebruik van dikke zwarte lijnen en kleine rechthoeken van primaire kleuren. Hij bereikte compositorische harmonie door subtiele asymmetrie. In Composition of Red and White: Nom 1 / Composition No. 4 met rood en blauw gedraagt één horizontale lijn zich niet zoals de andere; perifere lijnen openen en herformuleren de compositie en aan de randen verschijnen blokken van onbegrensde kleur. Nadat Mondriaan in 1940 vanuit Londen naar New York City was verhuisd, reageerde hij op de energie van het Amerikaanse stadsleven door deze improvisatie-elementen toe te voegen aan een eerdere versie van het schilderij.