Claude Monet, the bridge at Argenteuil, 1874
Vanaf een afstand van ongeveer drie meter, vloeien de penseelstreken van Monet samen om een overtuigend uitzicht te bieden op de Seine en de plezierboten die toeristen naar Argenteuil trokken. Van dichtbij is elke verflaag echter anders en lost het tafereel op in een mozaïek van verf – briljante, ongemengde tonen van blauw, rood, groen, geel. In de bomen wordt dikkere verf aangebracht met dichtere, dikkere slagen. De figuur in de zeilboot is slechts een spookachtige was van stoffig blauw en de vrouwen die in de buurt roeien worden aangegeven met slechts een steno.
In de vroege jaren van het impressionisme streefden Monet, Renoir en anderen ernaar de vluchtige effecten van licht en atmosfeer op het landschap vast te leggen en hun zintuiglijke ervaring ervan direct en snel te transcriberen. Monet adviseerde de Amerikaanse kunstenaar Lilla Cabot Perry: “Als je gaat schilderen, probeer dan te vergeten welke objecten je voor je hebt, een boom, een huis, een veld of wat dan ook. Denk alleen maar aan een klein vierkant van blauw, hier een langwerpig van roze, hier een streep geel, en schilder het precies zoals het eruit ziet, de exacte kleur en vorm, totdat het je eigen naïeve indruk geeft van de scène die voor je ligt. “