Caspar David Friedrich, Maanopkomst boven de zee, 1822
In dit werk neemt Friedrich een van zijn favoriete thema’s aan. In het gereflecteerde licht van de nachtelijke hemel is het alsof het oppervlak van het water vanzelf begint te gloeien en als het ware het licht van de hemel opneemt. Er zijn wolken opgekomen en de ronde vorm van de volle maan is half verborgen achter de wolkenbanken aan de horizon. Dit betekent dat het maanlicht niet gelijkmatig valt, maar uit een poort in de wolken lijkt te breken, waardoor een magisch lichtspel ontstaat. Aanvullende kleuren, variĆ«rend van goud tot witachtig geel, violet en blauw, definiĆ«ren de contrasten van licht en schaduw. Er is een gevoel van de omvang en eenheid van het universum. Bewogen door dit wonder van de natuur, zitten drie mensen op afgeronde rotsen nabij de kust, en hun donkere silhouetten versterken het effect van het glanzende licht van de lucht en de zee. Twee zeilschepen volgen een spookachtige koers over het water. Het sublieme drama met de maan als symbool van hoop is doordrenkt met een kwaliteit van onaardse schoonheid.